Het Huis van Isis

Het boek is af! “Het Huis van Isis” is geschreven. Afgelopen zaterdag 2 mei zette ik de laatste punt. Voltooid! Voor zover een boek echt áf is natuurlijk. Tot aan de laatste drukproef blijf je verbeteren en zelfs nadat het uitgekomen is, kun je nog denken: oef, had ik dát maar anders gezegd. In die zin is een boek nooit af. Het blijft je kind.
Het was dan ook een echte bevalling. Die vond eigenlijk al eerder plaats, namelijk in de nacht van 18 op 19 april. Die avond had ik het slot geschreven, het einde. Het voelde als een totale euforie: het ei was gelegd. Nu moest ik het alleen nog helemaal doorlezen en waar nodig bijslijpen. Maar de essentie was er- het was klaar! ‘s Nachts lag ik bed met een enorme energie in mijn lichaam. Ik zag dat mijn kruin wijd open stond- eigenlijk was de kruin helemaal verdwenen- er was één grote, brede opening. En mijn bekkenbodem óók! Toen zag/voelde ik dat het boek door mijn lichaam schoof, van boven naar beneden, van kruin tot vagina. Het was een energetische geboorte! Met de zegen van de Godin, dat was wel duidelijk.

Maar wat is het nou voor boek? Is het net zoiets als het vorige, “Het Evangelie van Isis”?
Dat is vooral een boek met historische informatie, over de vroege geschiedenis van het vrouwelijke, over de wortels van de christelijke gnostiek, over de invloed van de Isis-cultus daarop. Veel informatie, veel interessante wetenswaardigheden. Kortom, een linker-hersenhelft-boek.
Dit nieuwe boek is totaal anders. Het is het verhaal van mijn relatie met Isis. De ondertitel luidt dan ook: “een liefdesgeschiedenis”. Het is mijn persoonlijke verhaal. Tegelijk is het onpersoonlijk, omdat het een wijdere betekenis heeft. Het gaat namelijk over het belichamen van het Goddelijk Vrouwelijke. En dat is voor iedere vrouw weggelegd.

Dit boek valt in een betrekkelijk nieuwe categorie, die in Nederland nog niet zo bekend is, namelijk van de ‘spiritual memoir’. Dit begrip is een beetje lastig in het Nederlands te vertalen. Bij het woord ‘memoires’ krijg ik zo’n ‘oud’ gevoel, alsof mijn laatste levensjaren aangebroken zijn. Dus dat maar niet. Je zou het kunnen betitelen als een ‘spirituele autobiografie’.
Over dit genre wordt gezegd: …“ spirituele memoires plaatsen iemands leven in relatie tot iets groters, of dat iets nu God is of eenheid of de aarde of de dood.(…) spirituele memoire-schrijvers schrijven omdat schrijven ons dichter bij een onuitsprekelijke essentie brengt.”
Maar niet alleen dat is belangrijk. Het beschrijven van je eigen ervaringen met ‘het grotere’ dient ook betekenis te hebben voor de lezers. Daarom heeft een spirituele autobiografie een paar duidelijke kenmerken. In de kern bevat het een “intense privé-en intieme conversatie tussen de schrijver en een groter mysterie.”1 “Het is een poging om een mensenleven in een grotere, heilige context te plaatsen en het schrijven zelf draagt bij aan de innerlijke groei van de auteur.” In die zin is het voor de schrijver ook een verrassing wat er uit komt. Is dat dan niet een beetje erg een egotrip? Nee, want je maakt de ervaring van het heilige beschikbaar voor de lezer. Het is de meest directe, meest intense manier om iemand anders met een innerlijk pad in aanraking te brengen, waardoor de lezer zelf geïnspireerd kan raken. Wat namelijk belangrijk is, is niet zozeer het eindresultaat, maar de zoektocht zélf, met alle voetangels en klemmen die er opdoen, alle twijfels, angsten en andere emoties, waarmee je onderweg geconfronteerd wordt. Dat maakt het een menselijk verhaal en geen ego-projectie.
Ik had het niet zo gepland, maar achteraf gezien voldoet mijn boek aan al deze kenmerken. Het is geen makkelijk pad dat ik beschrijf. Leven in de energie van het goddelijk vrouwelijke is namelijk uitermate anders dan het westerse patriarchale model van het bestaan. En ik, met de mentale attitude die ik had, heb het bij tijden vreselijk moeilijk gevonden, enorme weerstanden gekend en ben steeds maar weer teruggevallen in twijfels en aarzelingen. En, hoewel ik kan zien dat er een grote transformatie in mij heeft plaatsgevonden, heb niet idee dat het proces nu ‘af’ is. Integendeel, het gaat verder en verder, iedere dag.

Nu ik dit boek geschreven heb komt de vraag naar een goede uitgever naar voren.

In het Engels taalgebied komt de spiritual memoir al heel lang voor. Ik noem er slechts een paar: Alexandra David-Neel: My Journey to Lhasa,( 1927); Black Elk Speaks ( 1932), Sue Monk Kidd: The Dance of the Dissident Daughter,(1992); Malidoma Patrice Somé: Of Water and the Spirit, (1994); Karen Armstrong: The Spiral Staircase: My Climb Out of Darkness,( 2004); Sera Beak: Red, Hot and Holy: A Heretic’s Love Story. (2013)
In het Nederlands taalgebied daarentegen zijn er weinig spirituele autobiografieën gepubliceerd. Deze methode van schrijven wordt vooral gebruikt als therapie voor mensen die een levensbedreigende ziekte hebben (gehad) en zijn waarschijnlijk niet geschikt of niet bedoeld voor publicatie. Uitzondering is wellicht “De Nacht van de Ziel”van Pamela Krikke, dat een geestelijk instorting en transformatie beschrijft. De meest bekende spirituele autobiografie in het Nederland taalgebied is “Het verstoorde leven”van Etty Hillesum.
Mijn boek was aanvankelijk ook niet bedoeld voor publicatie. Ik ben er mee begonnen om een aantal zaken op een rijtje te krijgen, dingen die er op spiritueel gebied aan mij gebeurd waren en die ik niet begreep. Al schrijvende kwam ik tot de bevinding dat het om méér gaat dan mijzelf. Daarom bied ik het voor publicatie aan.

1. alle citaten hier vermeld komen uit:Elizabeth Jarret Andrew:Writing the Sacred Journey:  The Art & Practice of Spiritual Memoir. Website: http://www.spiritualmemoir.com

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *